Provincie pompt 35.000 euro in project Juliaan Lampens en bibliotheek van Eke

Het gemeentebestuur van Nazareth-De Pinte heeft nog steeds plannen met de voormalige bibliotheek van Eke. Er komt een publiekswerking rond architect Juliaan Lampens en hiervoor krijgt de gemeente alvast een subsidie van 35.000 euro van de provincie Oost-Vlaanderen.

HLN - Nazareth-De Pinte - Anthony Statius

In het beleidsplan voor 2022 maakt de toenmalige onafhankelijke gemeente Nazareth haar toekomstplannen over de voormalige bibliotheek van Eke bekend. Het betonnen gebouw langs de Steenweg tussen de rotonde van Eke en cc Nova werd in 1970 ontworpen door de bekende architect Juliaan Lampens, ook ereburger van Nazareth. Lampens overleed in 2019 op 93-jarige leeftijd.

“We staan er misschien niet altijd genoeg bij stil welke bijzondere invloed Juliaan Lampens heeft gehad op de architectuur”, zegt schepen van Onroerend Erfgoed Kristof Agache (N-VA). “Daarom plannen we als gemeentebestuur, naar aanleiding van de honderdste geboortedag van Juliaan Lampens, een bredere publiekswerking rond de figuur en zijn werk, en dan bij uitstek de voormalige bibliotheek van Eke. Dat beschermde gebouw is inmiddels in privéhanden maar als gemeentebestuur konden we met de eigenaar een erfpacht bekomen van vijfentwintig jaar. Het geeft ons de gelegenheid het brede publiek kennis te laten maken met het gebouw en er een dynamische plek van te maken voor de gemeenschap.”

Voor deze publiekswerking krijgt de gemeente een subsidie van 35.000 euro van de provincie Oost-Vlaanderen. Eerder schonk de provincie ook al 5.000 euro voor de renovatie van het grafmonument voor de pastoors van de Sint-Niklaas van Tolentijnkerk in De Pinte . “Als provinciebestuur geven we ondersteuning aan erfgoedprojecten met een bovenlokale impact”, zegt David Coppens, gedeputeerde van Onroerend Erfgoed. “Over dit project hebben we alvast niet lang moeten twijfelen: het belang van Juliaan Lampens voor de architectuur in de 20^ste eeuw en het voorbeeld van deze voormalige bibliotheek kunnen niet onderschat worden.”